Wat als er geen energielabel is?
Sinds 1 juli 2015 kan de overheid een bestuurlijke boete opleggen als het energielabel ontbreekt. Het energielabel is verplicht bij de oplevering, verkoop of nieuwe verhuur van utiliteitsgebouwen, zoals kantoren, scholen, horeca, sporthallen en ziekenhuizen. Als de verkoper of verhuurder niet voldoet aan de energielabelplicht, riskeert hij of zij een boete die kan oplopen tot € 20.250,- (bron ww.rvo.nl).
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert of het energielabel is overhandigd bij de verkoop, een nieuwe verhuur of de oplevering van een gebouw en kan de genoemde boete opleggen.
Welke utiliteitsgebouwen moeten een energielabel hebben?
- gezondheidszorggebouwen (klinisch en niet-klinisch)
- overheidsgebouwen
- horecagebouwen
- kantoorgebouwen (zoals banken)
- bedrijfsverzamelgebouwen
- bijeenkomstgebouwen (zoals schouwburgen)
- onderwijsgebouwen
- sportgebouwen
- winkels (zoals supermarkten)
Welke gebouwen hoeven geen energielabel?
Het energielabel is verplicht voor alle gebouwen. Een uitzondering geldt voor:
- gebouwen waarvoor geen energie gebruikt wordt om het binnenklimaat te regelen (zoals schuren en garages);
- beschermde monumenten (volgens de Monumentenwet 1988 of volgens een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening);
- gebouwen die worden gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten (zoals kerken en moskeeën);
- gebouwen die bestemd zijn om te worden gebruikt voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden (zoals fabriekshallen);
- gebouwen die ten hoogste 2 jaar worden gebruikt, (tijdelijke bouwwerken (zoals bouwketen, noodwinkels, noodlokalen bij scholen of directie- en schaftlokalen op bouwplaatsen);
- voor bewoning bestemde gebouwen die minder dan vier maanden per jaar worden gebruikt, en met een verwacht energieverbruik van minder dan 25% van het energieverbruik bij permanent gebruik (zoals recreatiewoningen);
- woonboten;
- alleenstaande gebouwen met een gebruiksoppervlakte van minder dan 50 m2.
Energielabel in publieke gebouwen
Het energielabel moet op een voor het publiek zichtbare plek hangen in alle publieke gebouwen groter dan 250 m², mits er voor dat gebouw een energielabel is geregistreerd.
Publieke overheidsgebouwen groter dan 250 m² hebben altijd een energielabel zichtbaar hangen. Het gaat om overheidsgebouwen waar vaak publiek komt (vaker dan incidenteel). Bijvoorbeeld ministeries, provincies, gemeenten, rechtbanken, waterschappen en stadsdeelkantoren. Het gaat ook om verhuurde ruimtes aan particulieren, groter dan 250 m², waar vaak publiek komt bijvoorbeeld een sportschool.
Wat zijn publieke (overheids)gebouwen?
Alle gebouwen die geheel of gedeeltelijk openbaar zijn voor publiek. En waar publiek vaak komt, vaker dan incidenteel. Bovenstaande regels gelden ook als de overheid een ruimte huurt in een particulier gebouw of een particulier een ruimte huurt in een overheidsgebouw.
Het gaat om gebouwen voor:
- bijeenkomsten. Zoals musea, bibliotheken, stadhuizen, vergadercentra, cafés, restaurants, hotels. Niet: kinderopvang, gebouwen van Defensie en Luchtmacht.
- gezondheidszorg. Zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen. Niet: gesloten inrichtingen.
- kantoren. Zoals ministeries, provincies, gemeenten, rechtbanken, waterschappen en stadsdeelkantoren (alle kantoren die via een entree/hal/balie toegankelijk zijn voor publiek). Niet: kantoren waarvoor je speciale toestemming nodig hebt. Bijvoorbeeld een gebouw van Defensie met slagbomen.
- logies. Zoals hotels, pensions.
- sport. Zoals sportscholen, stadions, zwembaden.
- winkels. Zoals supermarkten, kledingwinkels, showrooms van garages, banken.
Wat moet u ophangen en waar?
Het voorblad van het energielabel dient op een zichtbare plek te hangen. Binnen, op circa 1,80 meter hoog, met onbelemmerd zicht. Dus bijvoorbeeld niet achter een plant.
Bron: rvo.nl, de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.